- Expos, articles, videos, women in art
- Wat heb ik nu weer gemaakt?
- Niet elke draad gaat door de naald
- femmeBRUT text 2023
- 2022 Culturele toe-eigening
- 2022 femmeBRUT door Trudi van Zadelhoff
- 2021 femmeBRUT introductietekst
- 2021 Close encounters by Mirjam Berloth
- 2020 about A woman
- 2019 Opening door Trudi van Zadelhoff
- 2019 Artist Statement
- 2017 Art as a network
- 2015 by Phil Gatenby
- 2014 Opposition
- 2014 Figuration
- 2013 Passionate painter – Vera de Groot
- 2010 De Verenigde Wereld van M v P – Aja Waalwijk
- 2008 What is the influence if digitalizing on painting
- 2008 De hoofddoekjeskwestie
- 2007 The role of textile in my work
- 1999 Three texts
- 1998 door Wim Vonk
- 1996 Leids Dagblad – Titia Fuchs
- 1993 Het systeem van verbeelding door Fré Meijer
- 1990 3×3
Tekst bij Catalogus
door: Wim Vonk, 1998
Voorwoord
In dit boek zijn foto’s te zien van schilderijen die Marja van Putten in mijn woon / werkomgeving heeft gemaakt. Midden in Amsterdam, vlakbij het Centraal Station bewoon ik samen met of zonder mijn kinderen de bovenste drie etages van een pand uit 1638. Deze informatie is noodzakelijk omdat het voor Marja een uitdaging was om anders dan in de afzondering van het eigen atelier, midden in het bruisende leven te schilderen: wat voor effect zou dat hebben op haar schilderijen? Zouden ze minder diep worden? Of juist vitaler? Zou het ten koste gaan van de concentratie of schepte het juist de broodnodige afstand. ‘Wat voor een invloed zou het hebben op haar schilderen als er om je heen kinderen spelen of mensen door je beeld lopen? In hoeverre bepaalt je omgeving wat je maakt, wie je bent? Vragen die voor de maker van belang zijn, maar waar de toeschouwer uiteindelijk geen boodschap aan heeft. Het gaat tenslotte om wat je aan een schilderij ontleent.
Aan het einde van deze werkperiode die duurde van april ’97 tot eind januari ’98, organiseerde Marja 4 avonden waarbij elke keer 6 toeschouwers geconfronteerd werden met de 20 schilderijen die in het boek zijn afgebeeld. Als gast verbaasde ik me over de uitwerking die bepaalde schilderijen op de andere gasten hadden. Het formaat van de schilderijen, de fysieke aanwezigheid, de textuur en het 2,5 dimensionale karakter van het werk: jammer genoeg komen die niet tot hun recht in de overigens prachtige foto’s.
Daarom raad ik de lezer / kijker van dit boek aan de schilderijen in levende lijve te gaan consumeren.
Wim Vonk, 1998
- Expos, articles, videos, women in art
- Wat heb ik nu weer gemaakt?
- Niet elke draad gaat door de naald
- femmeBRUT text 2023
- 2022 Culturele toe-eigening
- 2022 femmeBRUT door Trudi van Zadelhoff
- 2021 femmeBRUT introductietekst
- 2021 Close encounters by Mirjam Berloth
- 2020 about A woman
- 2019 Opening door Trudi van Zadelhoff
- 2019 Artist Statement
- 2017 Art as a network
- 2015 by Phil Gatenby
- 2014 Opposition
- 2014 Figuration
- 2013 Passionate painter – Vera de Groot
- 2010 De Verenigde Wereld van M v P – Aja Waalwijk
- 2008 What is the influence if digitalizing on painting
- 2008 De hoofddoekjeskwestie
- 2007 The role of textile in my work
- 1999 Three texts
- 1998 door Wim Vonk
- 1996 Leids Dagblad – Titia Fuchs
- 1993 Het systeem van verbeelding door Fré Meijer
- 1990 3×3
Tekst bij Catalogus
door: Wim Vonk, 1998
Voorwoord
In dit boek zijn foto’s te zien van schilderijen die Marja van Putten in mijn woon / werkomgeving heeft gemaakt. Midden in Amsterdam, vlakbij het Centraal Station bewoon ik samen met of zonder mijn kinderen de bovenste drie etages van een pand uit 1638. Deze informatie is noodzakelijk omdat het voor Marja een uitdaging was om anders dan in de afzondering van het eigen atelier, midden in het bruisende leven te schilderen: wat voor effect zou dat hebben op haar schilderijen? Zouden ze minder diep worden? Of juist vitaler? Zou het ten koste gaan van de concentratie of schepte het juist de broodnodige afstand. ‘Wat voor een invloed zou het hebben op haar schilderen als er om je heen kinderen spelen of mensen door je beeld lopen? In hoeverre bepaalt je omgeving wat je maakt, wie je bent? Vragen die voor de maker van belang zijn, maar waar de toeschouwer uiteindelijk geen boodschap aan heeft. Het gaat tenslotte om wat je aan een schilderij ontleent.
Aan het einde van deze werkperiode die duurde van april ’97 tot eind januari ’98, organiseerde Marja 4 avonden waarbij elke keer 6 toeschouwers geconfronteerd werden met de 20 schilderijen die in het boek zijn afgebeeld. Als gast verbaasde ik me over de uitwerking die bepaalde schilderijen op de andere gasten hadden. Het formaat van de schilderijen, de fysieke aanwezigheid, de textuur en het 2,5 dimensionale karakter van het werk: jammer genoeg komen die niet tot hun recht in de overigens prachtige foto’s.
Daarom raad ik de lezer / kijker van dit boek aan de schilderijen in levende lijve te gaan consumeren.
Wim Vonk, 1998